De DVP-training wordt in drie talen gegeven. Wat betekent dit voor personen die geen of onvoldoende Nederlands, Duits of Engels spreken?
Een goede en duidelijke communicatie is essentieel om samen veilig te kunnen werken. Daarom verwachten wij van alle medewerkers die actief zijn op- en rondom het spoor een beheersing van de Nederlandse, Engelse of Duitse taal. Het DVP-programma is hier ook op ingericht.
Alle DVP-trainingen worden aangeboden in Nederlands, Engels en Duits. Om deel te kunnen nemen aan een DVP-training moet de deelnemer minimaal praktische situaties aankunnen, vragen kunnen stellen en kunnen beantwoorden. Dit komt overeen met taalniveau A2 (Europees referentiekader) en TSI-2 of 1F (Nederlands referentiekader)
Als een deelnemer niet het minimaal benodigde taalniveau beheerst is actieve deelname aan de training niet mogelijk. Inschrijven voor een training heeft in dit geval dan ook geen zin. Deelnemers kunnen uit de training verwijderd worden, er bestaat dan geen recht op restitutie van het cursusbedrag.
Zolang iemand het taalniveau niet beheerst en de training niet kan volgen is het behalen van het DVP niet mogelijk. Medewerkers die nog geen DVP hebben omdat zij werken aan de beheersing van het juiste taalniveau kunnen met een dagpas wel alvast onder begeleiding aan het werk gaan.